U kunt erop vertrouwen dat CID LINES, An Ecolab Company, u de tools geeft die u nodig heeft om uw boerderij te beschermen tegen de negatieve gevolgen van mastitis.
DOWNLOAD DE MASTITIS PROGRAMMABROCHURE
Mastitis is een infectie van de melkklier, die geassocieerd wordt met een bacteriële infectie. De ziekte wordt veroorzaakt door ziekteverwekkende micro-organismen 
die de uier binnendringen via het speenkanaal. Het klierweefsel wordt beschadigd, wat een verhoogde vasculaire doorlatendheid veroorzaakt. Als gevolg daarvan verandert de samenstelling van de melk.
Er zijn twee soorten mastitis. Klinische mastitis is een ontstekingsrespons tegen een infectie, die resulteert in een zichtbaar abnormale melk (bijvoorbeeld veranderde kleur, eiwitklodders in de melk). Als de ontsteking uitbreidt kan dit ook leiden tot veranderingen in de uier (zwelling, warmte, pijn, roodheid).
Subklinische mastitis is het type mastitis zonder zichtbare tekenen van infectie. Deze soort ontsteking komt het vaakst voor, en wordt het best opgemerkt door de melk te onderzoeken op het aantal somatische cellen, door de California Mastitis Test of geautomatiseerde methodes. Het aantal somatische cellen in de melk wordt gelinkt aan het al dan niet aanwezig zijn van de infectie. Koeien met een somatische-celtelling van ≥280.000 cellen/ml hebben meer dan 80 % kans om geïnfecteerd te zijn. Of ook: hoe hoger het aantal somatische cellen in een melktank, hoe meer de ziekte voorkomt in de kudde.
Er zijn drie risicoperiodes waarin koeien kwetsbaarder zijn om mastitis op te lopen:
- Tijdens het melken, als de speen niet goed voorbereid werd
- Na het melken, als de sluitspier nog ontspannen is en de koe op een vuile ondergrond gaat liggen
- Tijdens de droge periode
Tijdens het melken ‘delen’ de koeien de melkmachine, wat een bron van besmetting kan zijn van de ene koe naar de andere, of van het ene kwartier naar het andere. Om het risico op infectie te verminderen is het dan ook heel belangrijk om de spenen te reinigen en te ontsmetten voor het melken.
Het ideale dipmiddel zorgt ervoor dat de speen in een uitstekende gezondheid verkeert en dat de sluitspier makkelijker samentrekt. Bovendien heeft het een sterk ontsmettende werking. Wegens zijn perfecte viscositeit dekt het dipmiddel gemakkelijk en homogeen rond de hele speen. Alleen de beste concepten kunnen een medicinale registratie krijgen, want ook veterinaire geneesmiddelen moeten voldoen aan verschillende restricties. De grondstoffen bijvoorbeeld, die voor deze producten gebruikt worden, moeten een kwaliteitsgarantie hebben die voldoet aan de Europese Farmacopee. Om het statuut van veterinair geneesmiddel te krijgen moeten ze bovendien goedgekeurd worden in verschillende stabiliteitsstudies.
De National Mastitis Council meldt dat het aantal nieuwe intra-mammaire infecties 50 % lager kan liggen als spenen onmiddellijk na het melken worden ontsmet met een effectief product dan wanneer er niet wordt ontsmet. Het ontsmetten van de spenen heeft geen invloed op bestaande melkklierinfecties, maar kan wel de kolonisatie van de speenkanalen verminderen.
Na het melken is het risico op besmetting hoog omdat de sluitspier nog ontspannen is, wat tot twee uur na het melken kan duren. Het speenkanaal is de eerste fysieke en chemische hindernis die mastitisverwekkers moeten nemen om in de uier te raken. De zachte spieren rond de speen moeten worden samengetrokken, en het melkkanaal moet goed gesloten zijn tussen twee melkbeurten, om te vermijden dat bacteriën van de speen naar de binnenkant van de melkklier gaan. Een goede, gezonde speen is een belangrijke factor om bacteriële kolonisatie van de melkklier te vermijden.
Onze producten hebben essentiële kenmerken om hun opdracht te vervullen:
- “Snelle (log5 vermindering op 5 minuten contactduur) en voortdurende bactericide werking op micro-organismen zoals Staphylococcus aureus, Streptococcus uberis en Escherichia coli.”
- “Sterk verzorgende eigenschappen met een specifieke combinatie van verzachtende ingrediënten om een optimale huidconditie van de speen te verkrijgen of te behouden en de natuurlijke genezing te bevorderen.”